Persoonlijk bericht Leonard Geluk, bijeenkomst Vereningsstrategie 2030 met de Vereniging van Groninger Gemeenten

Geachte leden van de Vereniging van Groninger Gemeenten,


Ik kijk terug op een goed gesprek over de Verenigingsstrategie 2030 op 9 februari jl.


We spraken eerst over een aantal actualiteiten: de Jeugdhulp, asiel & migratie, de
financiën van gemeenten en de gaswinning.


Al sinds de decentralisatie van de Jeugdhulp wordt het gesprek met het rijk gevoerd over
de gemeentelijke (meer-) uitgaven. Met de uitspraak van de commissie van wijzen in mei
2021 leek er een oplossing voorhanden. In de uitwerking van de Hervormingsagenda is er
desalniettemin nog geen consensus over het financieel kader en de risicoverdeling. Dat is
betreurenswaardig, zeker ook met oog op de positie van kwetsbare kinderen en gezinnen.
Van de gemeenten mag evenwel niet worden verwacht dat deze akkoord gaan met
financiële risico’s die buiten hun sturingsmogelijkheden vallen.


VNG wil het vraagstuk van asiel en migratie samen met het kabinet oppakken met
solidariteit en proportionaliteit als uitgangspunten. U stelde vast dat de Groningse
gemeenten al veel doen, ook kijkend naar hetgeen de spreidingswet beoogt. Als suggestie
gaf u mee de verdelingssystematiek van statushouders ook op asielzoekers toe te passen.
Daarnaast werd gewezen op het belang van goede opvang. Dat gaat verder dan
huisvesting en ziet ook op dagbesteding, toeleiding naar werk, goede zorg e.d. Het
continueren van de noodopvang is om tal van redenen geen reële optie. In de provincie
sluiten de komende tijd een aantal locaties. Daarvoor is nog geen oplossing voorhanden. U
doet daarom een appèl op IND en COA om meer proactief te acteren.


In het licht van keuzes van het kabinet dreigt na 2025 een groot financieel gat, het ravijn.
Er is een doorbraak nodig in het overleg met de fondsbeheerders. VNG zet zich ervoor in
dat er zo snel mogelijk duidelijkheid komt.


Wij spraken ook over het onderzoek van de parlementaire enquêtecommissie
aardgaswinning. Inmiddels is het rapport openbaar. Wij gaan met de Groningse
gemeenten overleggen hoe wij kunnen ondersteunen in het overleg met het Kabinet bij de
opvolging van de uitkomsten en aanbevelingen.


Presentatie VNG Verenigingsstrategie
Het tweede deel van de bijeenkomst was gewijd aan de concept verenigingsstrategie van
de VNG. Deze zal op 14 juni a.s. in Groningen aan de leden ter vaststelling worden
voorgelegd.


Geïnspireerd op het denken van Stephen Covey heb ik mijn visie op een goede en faire
overheid toegelicht. Kern is een proactieve overheid die de moed heeft een stap naar
voren te zetten en dat doet vanuit een sterke visie. Die visie is richtinggevend en biedt de
handvatten voor sturing. De visie kan rekenen op draagvlak en wordt in partnerschap met
andere partijen gerealiseerd met aandacht voor de juiste prioriteiten. De overheid luistert
aandachtig naar andere betrokkenen en zeker naar de uitvoeringspraktijk. En leert en
ontwikkelt zich permanent. In onzekere tijden zoeken burgers naar moreel leiderschap;
dat gaat veel verder dan het dominante neoliberale denken in termen van effectiviteit en
efficiency en vergt een waarde gedreven attitude.


Er spelen grote vraagstukken: klimaat, energie, spanning op de geopolitieke
verhoudingen, grote veranderingen in de demografie. De overheid zal moeten veranderen.
En daar wil de VNG met de nieuwe verenigingsstrategie gestalte aan geven. Kern is dat
gemeenten een stap naar voren doen en meer proactief aan de slag gaan met
vraagstukken die op hen afkomen.


Deze aanpak hoeft niet op elk onderwerp te worden toegepast waar gemeenten voor
verantwoordelijk zijn. Ik pleit voor deze proactieve aanpak op de onderwerpen waarin
gemeenten, vanwege hun kennis van de specifieke context en de uitvoering, een grotere
rol van betekenis kunnen spelen als we kiezen voor ‘omkering’. Gemeenten bepalen op
basis van hun kennis het beleid en vragen het rijk om de randvoorwaarden in te vullen.
Dit model is het vertrekpunt in de nieuwe verenigingsstrategie. Een terrein waarop het
zich goed laat toepassen is dat van de bestaanszekerheid. Gemeenten kunnen hierin een
unieke betekenis hebben voor inwoners en doen wat nodig is, in plaats van het
continueren van de huidige, sterk gesegmenteerde praktijk die onvoldoende aansluit op de
werkelijke behoeften en mogelijkheden. Vooral voor kwetsbare mensen kan aldus het
verschil worden gemaakt.


In de geschiedenis van de gemeenten zijn interessante en krachtige voorbeelden terug te
vinden van het model van ‘omkering’. Denk aan de inzet van Wibaut bij het tegengaan van
verkrotting, maar ook aan het opzetten van rioolsystemen en de verwerking van afval.
Gemeenten hebben daarin verantwoordelijkheid genomen en het verschil weten te maken.
Los van bestaanszekerheid, is die rol ook te pakken op thema’s als de energietransitie
(vgl. het gemeentelijk warmtenet). Gemeenten kunnen daarin samen optrekken en veel
denk- en uitvoeringskracht mobiliseren.

Discussiepunten

We hebben de Verenigingsstrategie vervolgens met elkaar besproken aan de hand van een aantal stellingen:

  1. Gemeenten ontwikkelen zich tot één sterke bestuurslaag onder meer door verbreden GGU en aanpak arbeidsmarkttekorten. In de discussie heeft u gewezen op het belang van democratische controle door de gemeenteraad en ook heeft u benadrukt dat grote gemeenten de kleinere gemeenten niet moeten overvleugelen. Samenwerking is maatwerk en meerwaarde is het bepalende criterium. Vaak zal die meerwaarde uitsluitend kunnen worden gerealiseerd als voldoende wordt aangesloten op het eigen karakter van gemeenten/regio’s.
  2. Gemeenten investeren in benchmarks en visitaties om van elkaar te leren en de bestuurskracht en de kwaliteit van de uitvoering te versterken. Door van elkaar te leren, profiteren alle gemeenten. Immers: geen enkele gemeente scoort op alle onderdelen hoog. Via benchmarking en visitatie komen best practices naar boven die zijn te benutten voor verdere ontwikkeling.
  3. De VNG ontwikkelt zich verder als knooppunt van netwerken door meer samen te werken met netwerken van gemeenten en de lobbyboodschap verder af te stemmen. Er zijn ontzettend veel netwerkorganisaties: G4, G40, de P10, de riviergemeenten, de kustgemeenten, de grensgemeenten etc. Dat is prima, maar we moeten vermijden dat deze zich afzonderlijk richten tot het rijk op dezelfde thema’s maar met een verschillende boodschap. Dat komt de kracht van de gemeentelijke lobby niet ten goede.
  4. We ontwikkelen overlegvormen waarbij de VNG meer draagvlak krijgt en daarmee meer mandaat heeft richting rijk (a la VB. We spraken erover dat een sterke bestuurslaag vraagt om een bijpassend overlegmodel en mandaat. Pas dan zijn gemeenten een stevige gesprekspartner voor het rijk. Dat laat zich niet op individuele basis regelen met 342 gemeenten. Daarvoor is een systeem van getrapte besluitvorming nodig. Dat model is de komende tijd uit te vinden.
  5. De VNG ontwikkelt zich tot de vereniging van gemeenten die samenwerken in regio’s. 40% van het gemeentelijk budget circuleert in regionale opgaven. De VNG zal zich daartoe dienen te verhouden met aandacht voor de democratische legitimatie. U benadrukte dat aansluiten bij de regio een belang moet dienen. Dat staat buiten kijf bij bijvoorbeeld het fungeren van de GGD-regio en de Omgevingsdiensten. U waarschuwde dat het voor het rijk wel erg gemakkelijk is om te werken via de lijn van de regio’s en zo tot besluiten te komen. Vgl. Covid en het VB en nu ook weer het asielvraagstuk. Zo plaats je de VNG buiten het speelveld. Dat is dus een aandachtspunt.

Afsluiting & vervolg

Ik dank u voor de rijke discussie en uw inbreng. De resultaten van mijn ronde door het land worden verwerkt in de strategie. Deze zal op 14 juni a.s. voorliggen in de Algemene Ledenvergadering.

Meer informatie treft u aan op onze pagina: https://vng.nl/artikelen/verenigingsstrategie-2030

Daar staat de huidige conceptversie van de verenigingsstrategie en vervolginformatie.

Vriendelijke groet,

mr L.K. (Leonard) Geluk

Algemeen directeur